aquadectmosselmonitor® +31 623057562
Biologische werking

BIOLOGISCHE WERKING

De sensor in de MOSSELMONITOR® is de mossel zelf.

De mossel detecteert de verontreiniging en geeft de aanwezigheid aan door een variatie in zijn normale gedrag te vertonen.

In het normale bewegingspatroon van de mosselschelpen blijven de schelphelften ongeveer 70-80% van de tijd open voor de opname van voedsel en zuurstof. De schelpen sluiten slechts af en toe en gaan na korte tijd weer open.

De verschillende bewegingen die de mossel kan maken als gevolg van verschillende soorten en niveaus van besmetting zijn als volgt:

  • Het voor een bepaalde (langere) periode gesloten houden van de schaalhelften
  • Een verhoogd activiteitsniveau, d.w.z. de mossel opent en sluit vaker dan volgens het normale gedragspatroon “klepperen”.
  • Een verlaging van de gemiddelde openingswaarde (normaal 70 – 80%) over een bepaalde periode.
  • Geen verdere beweging; in feite blijft de schaal veel meer open dan de normale, maximale open.

Het gedrag van elke mossel wordt individueel gemeten en beoordeeld. Dit betekent dat een vermindering van de gevoeligheid van het systeem, veroorzaakt door natuurlijk aanwezige variaties tussen de organismen, wordt vermeden bij het middelen van de meetgegevens.

Zowel zoet- als zoutwatermosselen zijn voor het systeem te gebruiken, bijvoorbeeld de zebramossel (Dreissena Polymorpha) , de schildersmossel (Unio Pictorum), de Zwanemossel (Anadonta Cygnea) of de gewone of blauwe mossel (Mytilus Edulis). Andere tweekleppigen kunnen echter ook met succes worden gebruikt.

Naast chemische componenten als verontreinigingen in water, kunnen ook andere variabelen het gedrag van de mosselen in meer of mindere mate beïnvloeden. Waar nodig dienen deze variabelen ook gemeten te worden. Dergelijke variabelen zijn onder andere watertemperatuur, pH-waarde, troebelheid, etc. In verband hiermee is een temperatuurmeting in de MOSSELMONITOR® ingebouwd.

Homepage